misstap

Compound of mis (“wrong, mis-”) +‎ stap (“step, pace”).

• IPA^(key): /ˈmɪ.stɑp/
• Hyphenation: mis‧stap

misstap m (plural misstappen, diminutive misstapje n)

1. A physical misstep.

   Door een misstap heeft hij zijn enkel verstuikt.

   He sprained his ankle because of a misstep.

2. A faux pas, clumsy error or minor failing.

   De gemaal heeft tijdens zijn huwelijk de nodige misstappen begaan en is nu vader van een paar dozijn buitenechtelijke kinderen.

   The consort has committed a certain amount of missteps during his marriage and he is now the father of a few dozen children out of wedlock.

   Synonym: vergissing